Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE nu [26]sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op [27]het droge. 26. Hebr. eigenlijk, zeide. Gods zeggen is zijn gebieden, regeren, beschikken en doen. Zie Gen.1:3. De zin is: Hij regeerde deze vis alzo, dat hij dat deed. 27. Dat is, op het land, gelijk boven hfdst.1 vs.9, hfdst.1 vs.13.